De Onderduiker
Van Breestraat 55
Dit artikel is een extra bijdrage van Tinker Rookhuizen. Zij schreef voor het boekje zelf ‘Een korte geschiede-nis van Van Breestraat 55’ – pgs. 65 t/m 70, een verhaal over een bijzon-dere vrouw, Corrie Bouquet, die het pand van de jaren ‘40 tot 1974 bewoonde en er tijdens de oorlogs-jaren onderduikers verborgen hield onder vrij uitzonderlijke omstandig-heden.
Een jongen die in 1943 bij haar onderdook, komt 70 jaar later voor het eerst weer op bezoek.
Het was donderdag, 12 april 2013, dat eindelijk na al die jaren – bijna 70 jaar na de oorlog – iemand die hier ondergedoken heeft gezeten kwam bevestigen dat er inder-daad nooit een inval was ge-daan. Het was de heer George Horn, die hier als 17-jarige jongen in 1943 drie maanden ondergedoken had gezeten.
Via deze onderduik kwam hij vervolgens op veel andere onderduikadressen in Amsterdam terecht, om te beginnen in de Rivierenbuurt. Hij heeft niet aan al die adressen positieve herinneringen bewaard, wel aan de periode in de Van Bree.
Heel duidelijk werd en bleef hij gefascineerd door Corrie Bouquet en over haar zou hij graag meer informatie willen. Altijd al zou hij nog eens contact met haar opne-men, het is er nooit van gekomen. Zo gaat dat. Na de oorlog volgde een periode van hard werken, huwelijk, kinderen en vooral alles vergeten. Dan duik je liever niet in dat verleden.
Wel fietste hij van tijd tot tijd eens door de Van Breestraat, maar aanbellen was er nooit van gekomen. Dat werd in de loop der tijd ook alleen maar moeilijker. Nu is hij dan eindelijk door toeval weer terug in de Van Bree 55. Corrie is al in 1974 overleden en het pand is inmiddels in mijn bezit gekomen.
Vermeld toeval wilde, dat de kleindochter van George Horn op school aan haar docent vertelde dat haar opa ondergedoken had gezeten in de Van Breestraat 55. Voor haar docent geen onbekend adres, daar hij er zelf vele jaren had gewoond.
En zo is via deze docent (mijn schoonzoon!) het contact gelegd. Nog op tijd, want George is al 87 en omdat hij slecht ter been is, komt hij nauwelijks nog zijn huis uit.
Weliswaar slecht ter been, maar wat een levendige geest. Heel goed herinnerde hij zich de mooie Corrie en de mooie kamer op de eerste verdieping waar zij salon hield. Helaas kon hij zelf de trap niet meer op om de kamer te zien, nog steeds mooi, met de grote serre en een groot oud buffet, dat daar al van ver voor de oorlog staat. Hij beschreef het terwijl zijn vrouw en ik via de open wenteltrap naar boven liepen om de kamer en uiteraard de plek waar de ingang was naar de onder-duikruimte te bekijken.
Hij wist het nog precies. Hij verbaasde zich hoe klein het beneden was, want in zijn herinnering was alles echt groter. Veel is veranderd, maar toch ook veel hetzelfde gebleven. Zelfs het feit dat een student, die boven op kamers woont, de deur voor hem open had gedaan, kwam hem bekend voor, want zo was het ook in de tijd van Corrie Bouquet, een huis vol studenten.
De Van Bree 55 was niet alleen een studentenhuis, maar tegelijk de salon van Corrie, waar kunstenaars en spionnen bijeenkwamen en tevens een doorgangshuis voor onderduikers. Het was een gevaarlijk en veilig adres.
Gevaarlijk vanwege de vele studenten die bij Corrie Bouquet op kamers woonden, waardoor de kans op gepraat groot was. Veilig, omdat een belangrijke Duitser ook een kamer had gehuurd bij Corrie. Een 'Reichsdeutscher', zo zei George Horn, een Duitser die ook op de hoogte was van de onderduikers! Waarschijnlijk hebben zo’n 12 of meer mensen in dit huis een tijdelijk onderkomen gevonden tijdens de oorlog, zowel joden als communisten en nooit heeft men hier een inval gedaan. Waarschijnlijk heeft dat dus iets met die 'Reichsdeutscher' te maken.
George Horn was hier in de onderduik terechtgekomen via zijn oudere broer Leo Horn (de later zo beroemde voetbalscheidsrechter). Leo was actief betrokken bij het verzet en liep gewoon zonder ster over straat. Hij verspreidde het Parool en andere illegale blaadjes en was aangesloten bij de verzetsgroep Amsterdam–Zuid. Hij hielp mensen onderduiken en deed later zelfs mee aan gewapende overvallen en aanslagen, o.a. op het Munitiedepot van de Amsterdamse Rijtuig Maatschappij aan de Overtoom.
De oudste broer Edgar werd echter verraden en overleefde de oorlog niet en zusje Sophie werd opgepakt door de Jodenjager C. Bout, maar overleefde Bergen–Belsen en Auschwitz.
Het verhaal gaat dat Leo Horn aan het eind van de oorlog als lid van de militaire politie van de Binnenlandse Strijdkrachten C. Bout tegen het lijf liep en hem een flinke draai om de oren heeft verkocht.
Bij het afscheid van George op die 12de april zei hij tegen me: ”Mocht je je huis ooit verkopen, bel me dan!”
Ooit was een telefoontje van de heer Con, die hier het labyrint van onderduik-ruimtes heeft gebouwd, de aanzet tot de koop van dit huis. Wie weet waar de opmerking van een ex-onderduiker toe zal leiden.
Ik ontving dit stukje van Tinker, nadat ik haar had geschreven dat ik nieuwe informatie over ‘mejuffrouw’ Bouquet op internet had gevonden.
Eerst een citaat uit haar eigen bijdrage aan ‘de kleine van Bree’:
"De laatste bewoner was mevrouw C.M. Bouquet, haar naam stond in zwierige letters op de deur. Dat zag er erg burgerlijk uit, of was het chic? Jarenlang hebben we dat zo op de deur laten staan, alsof we alleen haar gasten waren.
Wat we van haar wisten was niet veel. Zij was in 1974, vlak voordat we het huis kochten overleden. Er waren geen erfgenamen en het huis kwam daardoor op de veiling terecht."
... en mijn opmerkingen daarover in aug. 2013:
Achteraf gezien is dat vreemd, want toen ik vorige week haar naam eens googelde, vond ik een site, waarop haar familie in kaart was gebracht:
Ze zou op 24 dec. 1924 in Amsterdam getrouwd zijn met ene Jan Hendrik van Brederode (overleden in 1958, 56 jaar oud) en twee kinderen hebben gehad:
– Anna Elisabeth van Brederode, geboren te Amsterdam op 26 aug. 1931 en
– Jan Hendrik van Brederode, geboren te Amsterdam op 8 juli 1934.
Die zouden zelfs nu nog in leven zijn, dus zeker in 1974. Toen waren het veertigers. Dus hoezo 'geen erfgenamen'?
Opmerkelijk dat ook Igor Cornelissen haar tekent als een alleenstaande vrouw, die in de oorlogsjaren een relatie had met Richard Manuel en nergens – althans in de door jou bijeengezochte quotes – rept van een man en twee kinderen. Of had ze die verstopt in het Con-labyrint?
Raadselachtig.
... waarop Tinker reageerde met:
Dag Ronald,
Tja, wat die erfgenamen van Corrie betreft, dat snap ik ook niet. Wel weet ik dat Corrie gescheiden was en dan is het niet vreemd dat je weer je meisjesnaam aanneemt, maar kennelijk heeft zij dat al veel eerder gedaan. Ik heb bijgesloten een verslagje van een ontmoeting met een ex-onderduiker en ook hij kende haar alleen als Corrie Bouquet en dan spreken we over 1943!
Misschien een grote ruzie en onterving? Het huis stond op haar naam sinds 1950 en haar ex-echtgenoot Van Brederode is in 1958 overleden.
De koopakte heb ik er ook nog eens bijgehaald, maar daar staat als verkopende partij de 9 goede doelen waar de opbrengst van het huis naar toe ging.
Het blijft een raadsel.
De ontmoeting met George Horn, de ex-onderduiker, was heel bijzonder. Beiden overstelpten wij elkaar met vragen – enkele zijn beantwoord andere gebleven.
Als ik ooit nog wat meer te weten kom laat ik het je zeker weten.
... en mijn conclusie in 2013:
Hai Tinker,
Welbedankt voor het résumé van je ontmoeting met George Horn. Dat werpt toch weer een nieuw licht op 'mej. Bouquet'.
En inderdaad, er moet tussen, zeg, 1935 en het begin van de oorlog iets heel heftigs hebben plaatsgevonden in haar huwelijk, zo heftig, dat haar man met hun twee kinderen naar elders vertrok en zij alleen op VanBree 55 achterbleef.
Blijkbaar mocht zij daar blijven wonen en voorzag ze in haar onderhoud door kamers te verhuren aan studenten, al zal ze zelf niet geheel onbemiddeld zijn geweest.
Als het huis pas sinds 1950 op haar naam stond, is er blijkbaar achteraf een regeling getroffen met de ex-familie, mogelijk vertraagd door de oorlogsomstan-digheden.
Die studenten die bij haar inwoonden tijdens de oorlog, moeten wel de ariërver-klaring getekend hebben, anders hadden ze niet kunnen studeren. Dat begrijp ik althans uit de opmerking van je oude overbuurvrouw op nr. 46, Netty Rijpstra, die in het boekje vertelt dat ze niet kon studeren, omdat ze weigerde die verklaring te tekenen.
En dan die 'Reichsdeutscher' in haar huis! Dat is helemaal bizar, tenzij je veronder-stelt dat hij haar al die tijd voor invallen behoedde. Hij moet dan wel behoorlijk stapel op haar zijn geweest, niet? – en ook erg veel invloed hebben gehad in kringen van de Gestapo en SD. Mocht iemand Corrie ooit verlinkt hebben, dan zorgde hij dat de aangifte terzijde werd gelegd. Je zou graag willen weten, wie hij was. Zou hij op jouw adres ingeschreven zijn geweest in het bevolkingsregister?
... en achteraf gezien in 2016
Om voldoende gezag te hebben gehad om mej. Bouquet tot het eind van de oorlog – toen de Duitsers steeds bruter gingen optreden – de hand boven het hoofd te kunnen houden moet de ‘Reichsdeutscher’ noodzakelijk iemand zijn geweest uit de top van de Amsterdamse nazi-hiërarchie. Als mogelijke kandidaat komt dan Willy Lages naar voren – later een van ‘de Vier van Breda’ – een man die naast zijn meedogenloze kant ook nog beschikte over een ‘charmante persoonlijkheid’ – zie aldaar: 'Der Kopfjäger'. Was hij het zelf, of een van zijn directe ondergeschikten, die een zwak had voor mej. Bouquet en haar huis tot een enclave maakte, waar de terreur bij de voordeur halt hield?
Nam de geheimzinnige ‘Reichsdeutscher’ ook deel aan de bijeenkomsten in de ‘salon’ en wisten de ‘kunstenaars en spionnen’ en zeker haar minnaar, de flamboyante Richard Manuel, wie hij was? Dat zijn naam later nergens onthuld wordt, ook niet in publicaties van voormalige verzetsstrijders, lijkt dan opzettelijk en bedoeld om mej. Bouquet niet in verlegenheid te brengen.
Willy Lages werd in 1950 door De Bijzondere Raad van Cassatie definitief ter dood veroordeeld, maar omdat koningin Juliana tot twee keer toe weigerde dat vonnis te bekrachtigen, werd zijn straf in 1952 bij Koninklijk Besluit omgezet in levenslang.
Handelde de koningin puur ‘uit principe’, zoals wordt aangegeven, of bereikten haar signalen uit het voormalig verzet over Willy Lages, die invloed hadden op haar koninklijke besluitvorming?
We zullen het nooit weten.
In 2016 vind ik een website over de stamboom van de families Bouquet. Helaas, is de link naar de ‘Amsterdamse tak’ afgeschermd. Blijkbaar stelt de familie er geen prijs op de sluiers rond Corrie Bouquet op te lichten.
Bij het overlijden van haar geliefde vriend Richard André Manuel op 16 mei 1945.
'Trouw,' 19 mei 1945.
In 1952 is Corrie contactpersoon van een comité dat het Amsterdams Philharmonisch Orkest moet redden van de ondergang.
'de Waarheid,' 29 oktober 1952.
Bericht van haar overlijden op 80-jarige leeftijd. Er staan drie advertenties onder elkaar, waarvan een van dhr. Con, die haar nalatenschap zal afwikkelen.
'de Telegraaf', 6 mei 1974.
Het raadsel, waarom Corrie geen erfgenamen had, is opgelost: de twee kinderen die hierboven genoemd worden, de dochter (1931) en de zoon (1934) Van Brederode, waren niet van haar.
Zij was nl. al op 18 mei 1928 officieel gescheiden van Jan Hendrik van Brederode. Dit simpele feit ontbrak aan de gegevens, die ik in 2013 op de website vond met de stamboom van de fam. Bouquet. Jan Hendrik zal vrij kort daarna hertrouwd zijn en twee kinderen hebben gekregen.
Corrie was op haar 30e getrouwd, op 24 dec. 1924. Het huwelijk hield dus nog geen 3½ jaar stand. Haar ex-man woonde volgens de telefoongids van 1929 op Sarphatistraat 65, althans, daar woonde toen een kleermaker/bontwerker met de juiste initialen, J.H. van Brederode.
Omdat ik er blindelings vanuit was gegaan, dat Corrie na haar huwelijk, of anders na de scheiding, direct in de Van Breestraat was gaan wonen, dacht ik dat een advertentie uit 1930, waarin op nr. 55 een kamer te huur wordt aangeboden, door haar geplaatst moest zijn, ten onrechte. Wie er in 1930 woonde, valt niet te controleren (geen telefoon), maar van 1932 t/m 1940 woonde er de fam. Ad[olf] Bietenholz en G. Roos, die op 30 sept. 1931 een dochter hadden gekregen.
Waar Corrie na de scheiding haar toevlucht zocht blijft duister, maar in 1935 duikt zij voor het eerst op in de telefoongids, niet in de Van Breestraat, maar op Jan Willem Brouwersplein (Concertgebouwplein) 18 (StreetView), als Mevr. C.M. Bouquet. Daar woont zij volgens de gids in ieder geval tot 1940 en pas daarna in de Van Breestraat – voor het eerst vermeld in de Telefoongids van januari 1941. In de gids van jan. 1940 komt zij niet voor.
De fam. Bietenholz stond in 1940 nog in de gids op Van Breestraat 55, maar daarna is de naam nergens meer te vinden, ook niet elders in het land. Adolf Bietenholz was een Zwitser van origine – in 1935 had hij als woordvoerder van 'de Zwitserse club' in Amsterdam een toespraak gehouden bij de begrafenis van een Zwitserse ex-consul – en hij zal na de Duitse inval met zijn gezin naar Zwitserland zijn teruggekeerd. Het huis kwam dus in de tweede helft van 1940 vrij.
In de gidsen van 1941 en daarna staat op dit adres Mevr. C.M. Bouquet vermeld. Aangezien dhr. Con enige tijd nodig gehad zal hebben om zijn 'onderduiklabyrinth' te 'con'-strueren, lijkt eind 1940 het aannemelijkste moment voor een verhuizing naar de Van Breestraat. Toen George Horn er in 1943 onderdook, was Corrie volledig gesettled en hield zij 'salon'. Aanvankelijk huurde zij het huis en volgens Tinker kwam het in 1950 op haar naam. De koopprijs zal toen rond de ƒ 25.000 hebben gelegen, in die tijd een fors bedrag, maar als Corrie al niet zelf over de nodige middelen beschikte – van kamers verhuren aan studenten werd je toen niet per se rijk, misschien zorgde dhr. Con dan wel voor een soepele financiering, zoals hij dat 24 jaar later ook voor Tinker zou doen.