De Bouwers
De Waal & Van der Eijk

Toestemming van B&W op 30 sept.1898 aan de aannemers De Waal & Van der Eijk om af te wijken van het eerder ingediende ontwerp van Van Breestraat 26 en 28; de voorgevels te wijzigen en beide panden met een verdieping te verhogen.

Johan Anton de Waal, de drijvende kracht van het aannemersduo dat in 1898-1899 de twintig huizen van de kleine van Bree in een jaar tijd uit de grond stamp-te, moet een voortvarende jongen zijn geweest; iemand die er lol in had huizen te bouwen naar eigen idee en daarbij de overheid en de inspectie te slim af te zijn. Hij moet een man geweest zijn die opging in zijn vak, maar met een scherp oog voor financieel gewin en geen tijd voor ijdelheid. In het gemeentearchief en in toenmalige dagbladen is nagenoeg niets over hem te vinden.

JF Meiners, die in het boekje ook wordt geciteerd, beschrijft hoe in die tijd de grond van de weilanden en tuinderijen rond het Con-certgebouw bouwrijp werd gemaakt. Er werd een dijk aangelegd, waar later de straat op zou komen. Dan werd "het afgebakende ter-rein onder water gezet en platboomde met zand gevulde schuiten verschenen erop, waaruit de polderjongens in roodbaaien hemden en wijde donkere dikke onderbroe-ken met scheppen de lading op de weilanden uitstortten."

Vrachtwagens bestonden nog niet, het bouwmateriaal werd zoveel mogelijk per schuit aangevoerd en het laatste stuk naar de bouwplaats ging met paard en wagen. De tenminste 12 meter lange heipalen – een bouwvoorschrift van de gemeente – werden vervoerd met een 'lange Jan'. Voor het heien zelf zal men inmiddels een stoommachine in gebruik hebben gehad, anders moest het blok telkens met handkracht omhoog worden getrokken.

Ben je hier verdwaald via een zoekmachine?
Begin dan op 'de kleine van Bree'

Onder zulke, in onze ogen primitieve omstandigheden kan men zich voorstellen dat een bouwer die haast heeft snel geneigd is een paar palen minder te slaan dan op zijn heiplan staan ingetekend en in het geval van de kleine van Bree zelfs minder dan de helft.

Nieuw ontwerp (De Waal 1898) van de gevelrij vBreestraat 44–26 volgens de hierboven afgebeelde vergunning. De nrs. 28 en 26 (rechts), oorspronkelijk het spiegelbeeld van 44 en 42 (links), zijn op verzoek van potentiële kopers met een verdieping verhoogd en nr. 26 kreeg een inpandige garage.

En haast had hij, onze De Waal, want behalve met de kleine van Bree, was hij samen met zijn zwager Engel van der Eijk ook elders in de buurt bezig met bouwen.
Op z'n 25e was hij in 1890 begonnen op de Koninginneweg, toen nog gemeente Nieuwer-Amstel. Zelf woonde hij op Koninginneweg 181, aan de linkerkant, iets voor de Hendrik Jacobszstraat. Wat verderop bouwt hij nr. 223, een aardig pandje naast het vroegere Dirks, de interieurinrichting, dat al helemaal de sfeer ademt van wat we later in de Van Bree en de Jacob Obrechtstraat van hem terug zullen zien: een gevel in strakke lichtrode baksteen met sierlijsten in dezelfde steen, maar dan geel en altijd wel een doorbreking van de strakke lijnen met een ronde boog boven de portiek.

In 1891 realiseert hij acht panden in de Roemer Visscherstraat, nrs.9-17 en 43-47 – (bekijk nr. 47), de volumineuze villa's in het park, direct links naast het viaduct over het Vondelpark. Dan gaat hij naar de Van Baerlestraat en bouwt daar in 1893 de nrs.74-76, waar nu op 76 Intertaal zit. Vervolgens in 1894 twee panden in de Den Texstraat, nrs.33-35 en dan een jaartje rust.

Op 1 mei 1896 lijft Amsterdam een groot stuk van de gemeente Nieuwer-Amstel in en nu komen de vergunningen in hoog tempo los. Het duo Van der Eijk en De Waal staat klaar om zijn aandeel in de wacht te slepen: in 1896 zes panden, Van Eeghenstraat 29-29a/b, schuin links tegenover de Korte Van Eeghenstraat met een zeer sobere voorgevel en Willemsparkweg 211-215. Waar nu op nr. 213 de föhns van Backx Raban Coiffures ruisen, ging medio 1897 Engel van der Eijk een jaartje wonen in zijn zelfgebouwde huis.

Aanleg van de Jacob Obrechtstraat (1897), gezien vanaf het terrein waar later de Obrechtkerk zou verrijzen (1908–1911), naar het kruispunt met de Willemsparkweg toe.¹) Op de achtergrond, midden, de spits van de Vondelkerk (1880). Rechts het hoekpand van de latere vBreestraat, met uiterst rechts de achterkant van de Willemsparkweg.²)

In dat jaar komt ook de Van Breestraat in zicht. Er was daar blijkbaar al één pand neergezet door een andere aannemer, nr.79. Tot 1897 was achter de Willemspark-weg de wereld verder nog woest en ledig. Het laatste huis aan de even zijde van de Jacob Obrechtstraat was nr.12, waar nu schoenenparadijs Luuks zit onder het voormalige domicilie van Gerrit Kouwenaar – hij overleed in september 2014. Van der Eijk en De Waal dichten het gat tot de hoek van de Van Breestraat en bouwen er de nrs.14-20. Van Breestraat 72, vroeger een fietsenstalling en nu een 'body care center' doen ze er meteen even bij.
In 1915 is daar boekhandel Karel van der Schot gevestigd, ik neem aan de vader van de ons bekende Karel, wiens winkeltje op Jacob Obrechtstraat 14 zat (later het wijkservicepunt) en naar wie officieus het middenpleintje met het elektrahuisje is vernoemd – zie voetnoot.

Ook de overkant van de Jacob Obrechtstraat wordt in 1897 door Van der Eijk en De Waal tot aan de hoek van de Van Breestraat volgebouwd, nrs.15-19, waar minstens een halve eeuw een dameskapper heeft gezeten – o.a. John van Slooten; en in datzelfde jaar ook nog Van Breestraat 81, negen panden in nog geen jaar tijd.

De oneven kant van de Van Breestraat, vanaf hoek Wanningstraat de nrs.19-31.

Het topjaar moest echter nog komen. In 1898 wordt niet alleen de kleine van Bree gerealiseerd (20 hui-zen), maar aan de overkant ook de nrs.19-37, van de hoek van de Wanningstraat tot de helft van 'Club de Borcht' – een vestiging van Opus Dei die begin 2005 op-gedoekt werd; en tenslotte ook nog Van Breestraat 71-77, van de hoek van de Jacob Obrechtstraat tot aan het reeds bestaande pand op nr.79, waar Engel van der Eijk op 8 juli 1898 is gaan wonen en zijn kantoor heeft gevestigd. Zo kon hij goed toezicht houden op de werkzaamheden.

Dan is de bouwlust in Oud Zuid blijkbaar bevredigd. In 1899 wordt nog de stalhou-derij Van Breestraat 2-4 gerealiseerd – een foto daarvan is in het boekje te zien – en in de Van Eeghenstraat de dubbele villa direct links van de Vondelparkingang, nrs.80-82 (foto hieronder), maar dan houdt het op. De heren zijn hier uitgebouwd – te hoge grondprijzen? Ze verleggen de bouwactiviteiten naar de gemeente Watergraafsmeer en beperken zich in Oud Zuid tot verhuur en exploitatie. Engel van der Eijk is dan bijna veertig jaar oud en Johan de Waal vierendertig. Samen hebben ze het aanzicht van het eerste stuk Van Breestraat en het aangrenzende deel van de Jacob Obrechtstraat grotendeels bepaald.

Deze kapitale, dubbele stadsvilla aan de Vondelparkingang in de Van Eeghenstraat werd in 2005 volledig gerestaureerd en mogelijk intern samengevoegd. Het perceel staat in juni 2016 te koop.
572 + 562m², 16 kamers. Vraagprijs: € 11.750.000.
In januari 2017 wordt de villa opnieuw aangeboden, vraagprijs: € 18.750.000.


Voetnoten bij foto Obrechtstraat
1. – De huizen aan de schuine zijden van het kruispunt Willemsparkweg–Obrechtstraat waren aanvankelijk woonhuizen. Pas later zijn de gevels van winkelpuien voorzien. In het gedeelte dat zichtbaar is onder de torenspits van de Vondelkerk, is nu George W.P.A. (Williams Park Avenue) gevestigd.
2. – Rechts, voor de huizen van de Willemsparkweg, is een stukje van boom- en rozenkwekerij 'Pomona' zichtbaar. Zowel links als rechts van de afscheiding achter dhr. De Roos zijn witte vakken te zien. Als die zijn, wat ik denk dat ze zijn, kweekbakken met witgekalkte afdekramen, moet naast de kwekerij van Galesloot een warmoezerij gelegen hebben, waar nu de Palestrinastraat ligt, en die moet dan nog een stuk voorbij de Obrechtstraat hebben doorgelopen. Het rijtje struiken erachter zou dan de erfafscheiding hebben gevormd.

De hierboven eerder geciteerde J.F. Meiners geeft duidelijk aan waar 'Pomona' lag en van waar tot waar zij liep. Hij kon het weten, want hij woonde zelf als jongen op de Parkweg met eersterangs uitzicht op de kwekerij en maakte de transformatie van landelijk Nieuwer Amstel tot een Amsterdamse woonwijk persoonlijk mee. Het citaat is uit zijn artikel: ‘Het Van Baerlestraatkwartier in het laatste kwart van de 19de eeuw’, Ons Amsterdam 7 (1955), nr. 5, 71-75.


Boekhandel Karel van der Schot
Het winkeltje van Karel en zijn vrouw, zoals ik het in de jaren '70 en '80 gekend heb, was voornamelijk gericht op jonge kinderen, boekjes, spelletjes en prulletjes voor verjaardagen, of zomaar. Moeders spraken er vertederd over. Het was ook zo'n ouderwets winkeltje, alsof de tijd er sinds de jaren '30 had stilgestaan, qua inrichting en qua stoffering.
De etalage was afgescheiden van de winkelruimte door een manshoog schot – no pun intended – en daarachter zat Karel, toen al behoorlijk op leeftijd, achter zijn toonbankje, dat vol lag met dingetjes, zoals pakjes vouwblaadjes en verfdoosjes, die uitnodigden tot impulsaankopen. De kleurige artikelen staken vrolijk af bij de grauwe, grijsgroene achtergrond van de winkel zelf. Daar was sinds de inrichting nooit meer een kwast verf aan gespendeerd.
Oorspronkelijk moet Karel van der Schot, de vader van deze Karel, een gewone boekwinkel hebben gehad. Bladerend door oude telefoonboeken vinden we hem in 1910 op Koningsplein 14 (StreetView). In 1915 blijkt hij verhuisd naar Van Breestraat 72 (StreetView), een pand dat door De Waal en Van der Eijk was gebouwd. Van der Schot Sr. dreef daar enkele jaren een kantoorboek-handel, maar in 1920 had hij de zaak verplaatst naar Jacob Obrechtstraat 10 (StreetView), het pand om de hoek met de Willemsparkweg, waar tussen 1980 en 2006 de tabakshop van Ron in zat, en in 1925 zit hij op nr. 14 om daar de volgende zestig jaar te blijven.


De Bouwers – bron: Bev.Reg. Nieuwer Amstel, Amsterdam, Watergraafsmeer

Engel van der Eijk
– bouwkundige, geb. 11 maart 1860, te Dordrecht.
geh. met: Theodora Hendrika de Waal, geb. 5 december 1861, te Kampen.
Kinderen: 2
– Hendrika Johanna Anthonia, 24 april 1889, Nieuwer Amstel;
– George Nicolaas, 11 juni 1893, Nieuwer Amstel.
Bij de annexatie per 1 mei 1896 werd het gezin ingeschreven in Amsterdam op Willemsparkweg 67, later veranderd in 91 (hernummering?).
Verhuizingen naar:
– 18-06-1897: Willemsparkweg 213 – eigen pand, opgeleverd in 1896.
– 08-07-1898: Van Breestraat 79.
Ingeschreven in Watergraafsmeer, Hogeweg 56: 9 aug. 1901, uit Amsterdam.
Uitgeschreven: 2 juni 1905, naar 's-Gravenhage, Karel van Renierkade 2.

Vijftien jaar later, op 2 april 1920, keerde het echtpaar terug in Amsterdam, zonder de kinderen. Ook hun geloof lieten ze in Den Haag achter: in 1896 waren ze nog Ned. Hervormd, in 1920 staat er een streep bij deze rubriek.
Ingeschreven in Amsterdam, 26 mei 1920, Overtoom 322 (bovenhuis).
Uitgeschreven: 26 juni 1924, naar 's-Gravenhage, Frans van Slantstraat 51.

Johan Anton de Waal
- aannemer, geb. 26 februari 1865, te Leeuwarden.
geh. met: Elisabeth Clasina Solkamans, geb. 2 februari 1864, te Nieuwer Amstel.
Kinderen: 5
– Johan Anton (Jr.), 25 sept. 1891, Nieuwer Amstel, Koninginneweg 181;
– Elisabeth Clasina, 13 maart 1893, ibidem;
– Peter en Klaas (tweeling), 9 juli 1894, ibidem;
– Dirk, 12 mei 1899, Amsterdam, Koninginneweg 181.
De 'kleine van Bree' was inmiddels voltooid en precies op Dirks geboortedag betrokken de eerste bewoners de nrs. 28 en 34.
Blijkbaar werd het huis op de Koninginneweg toen wat krap, want op 3 maart 1900 verhuisde het gezin naar de Ringkade 21 en op 15 juni 1900 naar Watergraafsmeer.
Ingeschreven in Watergraafsmeer, Hogeweg 10: 15 juni 1900, uit Amsterdam.
Uitgeschreven: 9 maart 1904, naar Arnhem, Amsterdamse Straatweg 72,
maar op 20 aug. 1904 zijn ze weer terug in Amsterdam en worden op 25 aug. 1904 ingeschreven op Van Breestraat 176hs.
Verhuizingen naar:
– 10-09-1906: Jacob Marisstraat 4hs, Sloten – kwam in 1921 bij Amsterdam.
– 18-04-1929: Leonardostraat 6 - 1hg.
– 10-05-1937: Van Eeghenstraat 137 boven, een hoekpand met dubbelbrede voorgevel, ruim uitzicht en weer in de oude buurt.

Beiden hadden de gewoonte dicht bij het onderhanden werk te gaan wonen en ze verhuisden dan ook voortdurend.
Zo zien we De Waal in 1890 op Koninginneweg 181 wonen, als hij daar nr. 223 bouwt en Van der Eijk betrekt in 1897 voor een jaar Willemsparkweg 213, als ze daar nr. 211–215 neerzetten. Hij zit er dan letterlijk 'middenin'. Als het werk zich later concentreert in de Obrechtstraat en Van Breestraat, verhuist hij medio 1898 naar Van Breestraat 79, waar hij kantoor aan huis houdt, totdat de activiteiten rond 1900 worden verlegd naar Watergraafsmeer. Dan gaan zij beiden daar wonen, op de Hogeweg, waar zij in 1902 ook een kantooradres hebben, op nr. 8, naast de woning van De Waal.
Ook is er volgens het Algemeen Adresboek voor Amsterdam van 1900/01 een kantoor in de Noorderstraat, nr. 19, waar alle Amsterdamse bouwmaatschappijen van het duo geregistreerd staan.

Rond 1905 lijkt aan de nauwe samenwerking tussen de zwagers¹) een einde te komen. De Waal vertrekt naar Arnhem en Van der Eijk een jaar later naar Den Haag. De Waal blijft echter de zaken behartigen. Bij de verkoop van vBreestraat 42 in 1911 treedt hij op namens de eigenaar, de N.V. Huizen Liquidatie Compagnie, te Amsterdam. Hij noemt zich dan niet langer 'aannemer', maar 'bouwkundige' en woont in Sloten. Dat was toen een grote gemeente, die met als grens de Schinkel en Kostverloren Vaart de hele westkant van Amsterdam omsloot tot aan het IJ. De Waal woonde dan ook niet in het dorp Sloten, maar in de Jacob Marisstraat ter hoogte van de Vondelparkingang aan de Amstelveenseweg. Hij heeft daar zelf een aantal huizen gebouwd, evenals op het Jacob Marisplein. In 1911 werd hij commissaris van de Waterleidingmij.²) van Sloten.
Uit die tijd vond ik een advertentie van mevr. De Waal, die een goed idee geeft van het arbeidsethos en de prot. christelijke moraal die in het gezin van De Waal gold.
Nieuwsblad van het Noorden, 21 december 1911

In het telefoonboek van 1915 heeft hij drie vermeldingen:
– Waal, J.A. de, Kantoor, Heerengr. 520
– idem, Jac. Marisstr. 4, Sloten
– Waal, J.A. de, Dir. N.V. Mij. v.h. uitvoeren van bouwk. werken, Heerengr. 520.

Al in 1915 had hij een methode ontwikkeld om holle heisegmenten die op elkaar geschoven konden worden, een-voor-een de grond in te drijven. Zijn bedrijf, 'De Waal Paal', werd in latere jaren een begrip en bestaat tot op de dag van vandaag.
Bij het funderingsherstel van de door hemzelf gebouwde 'kleine van Bree' kwam zijn techniek 90 jaar later uitstekend van pas.


Voetnoten bij De Waal
1. – Zwagers, een 'educated guess'.
2. – Waterleidingmij. Sloten – quote: Tom Brockmeyer, nr. 38.
Deze maatschappij boorde zelf naar bronwater en deze activiteit heeft De Waal, zoals later gezegd werd, tot een nieuw inzicht gebracht, nl. dat – net als bij het naar water boren – betonnen palen ook in gedeeltes de grond in geperst konden worden.
In 1911 is zijn bedrijf begonnen met proefnemingen met deze manier van werken – eerst om betonnen waterleidingbuizen aan te leggen – en allengs met succes. In het Handelsregister vinden we de Betonpaalfundeeringmij. 'Systeem De Waal', opgericht in 1915, gevestigd op het woonadres van J.A. de Waal, Generaal Vetterstraat 58, met als directeur J.A. de Waal (1865) en zijn tweelingzoons Peter en Klaas (1894) als commissaris. Deze maatschappij werd later opgeheven. De activiteiten werden voortgezet door De Waals 'Industrie N.V.' op hetzelfde adres.
Terwijl De Waal Sr. verhuisde naar een villa op de Hoofdweg en daarna naar appartementen in Amsterdam Zuid, bleef het bedrijf – nu gerund door zijn zoons – gevestigd op Generaal Vetterstraat 58, uiteindelijk onder de naam 'De Waalpaal'.

Opm.: De Gen. Vetterstraat – genoemd naar een generaal uit de Atjeh-oorlog – lag in een rafel-randje achter het oude jaagpad langs de Schinkel, in de schaduw van begraafplaats 'Huis te Vraag' en aan het begin van de oude Sloterweg – net binnen de Ringweg A10. Voor het industrieterrein lag een armoedig buurtje van twee straatjes – de Gen. Vetterstraat en het Spijtellaantje – met lage huisjes en uitbundige tuintjes aan de ene kant en roestige loodsjes ertegenover. Daarin zaten voor-namelijk stallingen en garagebedrijfjes van, naar verluidt, zeer twijfelachtig allooi. Geen toplocatie dus voor de Waalpaal, maar daardoor waarschijnlijk wel op goedkope grond en voorzien van een eigen laad- en loshaven - de Riekerhaven.