Hans Vervoort
website



Van Breestraat
Hans Vervoort

Ons huis zakt een halve centimeter per jaar de grond in, werd onlangs door een technisch bureau vastgesteld. Ik woon nu vijftien centi-meter lager dan in 1970 toen we hier kwamen. Ik dacht dat ik zelf door ouderdom kleiner werd, maar dat valt dus mee.

Ons huis staat in het rijtje van pakweg twintig lage huizen dat in 1898 in de Van Breestraat werd neergezet door een paar ondernemende bouwers. Een rijtje gelukshuisjes voor kleine hechte families die geen bovenburen wilden hebben, hooguit een zolderkamertje voor de keukenmeid.

De huisjes zijn leuk om naar te kijken vanaf de overkant, ze hebben iets dorps. Onze overburen hebben dus een aardig uitzicht, maar daar hebben wij niets aan. Wij kijken naar hun woningen. En die zijn hoog, doelmatig, twee gezinnen boven elkaar gestapeld. Misschien zakken zij door het grotere gewicht wat sneller de grond in dan wij, dan wordt het uitzicht over een paar honderd jaar anders. Maar nu is er nog weinig aan te beleven. Aan de overkant links woonde vroeger een taxi-chauffeur, een grijzende slanke heer. Ik kwam toevallig een keer in zijn taxi terecht en we herkenden elkaar van gezicht. ‘Ach, u woont toch bij mij in de straat?'

'Inderdaad, dat ziet u goed.' Zou ik hem een fooi geven, of deed je dat onder buren niet? Ik deed het wel en alhoewel we elkaar sindsdien hartelijk groetten op straat, kwam het nooit meer tot een gesprek. Hij verdween een jaar of tien geleden uit het zicht. Ik dacht aan verhuizing, een bejaardenoord wellicht. Maar een van de nieuwe bewoners van ons huizenrijtje, sociabeler dan ik, wist het precies: de K.

Ik kijk al jaren niet meer echt naar buiten. Soms zie ik onze bejaarde buurman ¹) voorbij schuifelen met zijn looprek, dat ging vroeger wel wat pittiger. Ik word er altijd wat melancholiek van als ik hem zie zwoegen en zet dan de nieuwe vensters aan: Nederland 1, 2, 3 - de Belg - de BBC - SBS-Veronica – RTL – CNN en wat er verder nog is. Ruim dertig in totaal, de gordijnen kunnen dicht.

(Gepubliceerd in “100 uitzichten op Amsterdam”, Meulenhoff, 2001)



¹) De schilder Anton Buytendijk, die tot zijn dood (febr. 2002) op nr. 34 woonde.
    Voor een impressie van zijn werk, google zijn naam en klik op afbeeldingen.




Ben je hier verdwaald via een zoekmachine?
Begin dan op 'de kleine van Bree'


Correctie

Ik ontdekte een onjuistheid in het boekje en maak van de mogelijkheid gebruik die hier te corrigeren.

Op pag. 54, hst. 8. De Schrijver en de Psychologe, staat een tekstbox met gege-vens over Antonie Menno Forma, de eigenaar/bewoner van Van Breestraat 36, van wie Hans en Maja Vervoort het huis in 1969 kochten.
Op diens Amsterdamse gezinskaart had een ijverige ambtenaar een lijstje gepend met de namen en geboortedata van zijn vader, groot- en overgrootvader met de vermelding, dat de laatste in 1776 in Middelstum (Gr.) geboren was en de beide anderen in ‘Leer (België)’, althans zo staat het er.
Bij het gereedmaken van de onlineversie van het boekje had ik al ontdekt, dat er in België geen plaatsnaam ‘Leer’ voorkomt, wel een ‘Leers’, zij het net aan de Franse kant van de grens bij Lille. Dat heb ik toegelicht in een noot op pag. 83.
De ambtenaar heeft het verkeerd begrepen, dacht ik, omdat de slot-s in het Frans niet wordt uitgesproken. De waarheid blijkt echter anders.
‘Leer’ is de juiste spelling, alleen ligt het niet in België, evenmin als in Frankrijk.

De Forma's waren Groninger beurtschippers, die in de 18e en 19e eeuw met een zeilschip een lijndienst onderhielden tussen Groningen en Leer, een stadje aan de Eems in Nedersaksen. Volgens het beurtcontract mochten zij alleen personen, stukgoed en vee vervoeren en soms namen zij ook post mee. Hun vrouw ging mee aan boord en hun kinderen zullen dus ook aan boord geboren zijn en werden dan aangegeven en gedoopt in de eerste aanleghaven, Leer. Zowel de grootvader, Dirk (1819–1882), als de vader, Menno (1856–?), van de latere bewoner van Van Breestraat 36 werden in Leer gedoopt.
Hun geboorteakten en andere documenten vond ik op deze website, waar ook de familiestamboom te vinden is en van Menno Forma zelfs een foto. Deze Menno trouwde eerst in Groningen (1888) en kreeg twee dochters. Van beroep was hij 'behanger'. Na een scheiding, of overlijden van zijn vrouw, verhuisde hij naar Amsterdam en trouwde daar rond 1900 met Maria Dirkina Haagsman (1863–?).
Zij kregen twee zoons, waarvan de tweede de Antonie Menno uit de Van Bree.

De veronderstelling, ingegeven door die notitie 'Leer (België)' op de Amsterdamse gezinskaart, dat de overgrootvader uit Middelstum omstreeks 1800, als een soort Berend Botje, naar de Belgisch-Franse grensstreek was gevaren, zij hiermee naar het rijk der fabelen verwezen.

Ronald Langereis, 21 sept. 2016

... en nog een correctie

In het boekje spreken Hans en Maja – in 2004 – over een vermoeden, dat er verband zou bestaan tussen deze Antonie Menno Forma en een schoenenzaak 'Forma Natura' in de Utrechtsestraat. Achteraf gezien – in 2016 – lijkt het, of daarbij twee dingen door elkaar gehaald zijn.


Als bewijs, deze knipsels uit de telefoongidsen van 1920 en 1950. Antonie Menno had een oudere broer – zie de stamboom, de link hierboven. Die runde een behang- en tapijtenzaak in de Utrechtsestraat, een bedrijfje dat door hun vader, Menno, samen met een broer moet zijn opgericht. De 'Gebr. Forma' staan op dit adres al vermeld in de telefoongids van 1906.
Met de schoenenwinkel 'Forma Natura' hadden de Forma's niets van doen. Die was ook niet in de Utrechtsestraat gevestigd.
Ik herinner me, dat ik dat tijdens ons interview ook heb aangegeven en ik kon het weten, want – 'small world' – mijn eigen schoonmoeder had in de jaren '30 bij 'Forma Natura' gewerkt, in de Linnaeusstraat, en zij had mij ooit verteld, dat de eigenaars Bloemendal heetten, niet Forma.

Ronald Langereis, 11 nov. 2016