Het avontuur van Maelduin de zeevaarder

vrije bewerking van Alfred Lord Tennysons

“The voyage of Maeldune”

a f v a a r t

Eens leefde aan een verre kust
Een volk dat zeer trots was.
De mannen waren als krijgers geducht
En enig onrecht hun aangedaan
Vergaven zij niemand en nooit.

Toen ik hun koning werd
Riep ik terstond mijn vazallen tezamen
En staande op mijn troon
Zwoer ik de man die mijn vader gedood had
Het hoofd af te houwen.
Zij juichten mij toe en betuigden hun trouw
Zelf koningen leken zij allen zoals ze daar stonden,
Edel van afkomst zowel als in daden
En elk van hen pochte:
Hij ontsproot op de Aard' aan het oudste geslacht.
Elk was zo koen in de strijd
Als de dapperste held ooit bezongen
En ieder van hen ware liever gestorven
Dan enig ander onrecht te doen.

Ver in de Westzee woonde HIJ !
Op een eiland, HIJ,
Die mijn vader gedood had
De dag voor mijn moeder mij baarde.

En vroeg op een vrijdagmorgen voeren we weg.
En we bereikten in de Westzee het eiland
En daar op de kust, daar stond HIJ !
Maar door een plotselinge windvlaag dreven we af,
Terug de onafzienbare zee in.

inhoud volgende

Publicatie, 8 augustus 1998   -   Restyling, 7 november 2000
Ronald Langereis, 2009 © 27 augustus 1976