En weer kwamen we bij het Eiland,
Waar de wind ons terug had gegooid.
En zie ! Aan de kust daar stond HIJ !
Die man had mijn vader gedood !
Maar ik zocht niet meer hem te wreken.
Dank God, ik was van de bloedvete vrij.
O, wat was ik zat van het reizen,
De ontbering, de zonde, de strijd,
Toen ik weer landde op het Eiland van Finn
Met maar een op de tien van mijn mannen met mij.
![]() |
inhoud ![]() |
Publicatie, 8 augustus 1998 - Restyling, 7 november 2000
Ronald Langereis, 2009 © 27 augustus 1976