Naam
Huisnr.
Jaar
Mr. C.E. Harbord – J.B. Böhle
14
1900
De naam Harbord is van Duitse oorsprong en komt voor het eerst in het Stadsarchief voor in de eerste helft van de 18e eeuw, 1700 – 1736. De geregistreerden zijn afkomstig uit de Habsburgse Nederlanden (nu België) en uit de Duitse Länder. Zij tekenden voor zeven jaar dienst als soldaat bij de V.O.C. en werden uitgezonden naar Ned. Indië. Na afloop van hun contract werden zij gerepatrieerd en vestigden zich in Holland. Velen echter, bleven in Indië en bouwden daar een bestaan op.
Eind 19e eeuw vinden we de naam verspreid over heel Nederland, de koloniën en België en ook in Engeland en Amerika.


Het eerste elftal van A.F.C. Ajax, seizoen 1900 / 1901 º)
Linksonder 'Harvie', de bijnaam van aanvoerder Bernard Elias Harbord (17); linksboven Frans Pasteuning •)

Toen mr. Coenraad Elias Harbord zich met vrouw en drie kinderen, na een aantal jaren in Utrecht, in 1900 weer in Amsterdam vestigde, waarschijnlijk als eerste bewoner van Van Breestraat 14, hield hij geen praktijk meer als advocaat en procureur, maar was hij blijkbaar werkzaam in assurantiën en hypotheken.
Eind 1904 lijkt hij ernstige gezondheidsproblemen gekregen te hebben, mogelijk een beroerte. Er werden in ieder geval met spoed maatregelen getroffen om zijn beide zoons van een positie en een eigen inkomen te voorzien.

De oudste, Coenraad Willem (24), werd adjunct directeur van de Generale Levens-Verzekerings Bank, te Amsterdam, Singel 548 (StreetView), op de hoek van de huidige bloemenmarkt tegenover de Munt.
Bernard Elias kreeg van zijn vader een zg. 'Handlichting', wat betekende dat hij, ondanks zijn minderjarigheid, gemachtigd was voor eigen rekening zakelijke verplichtingen aan te gaan en te handelen.
Staatscourant, 23 december 1904.
Gezien de taakomschrijving moest hij, hoewel nog maar 20 jaar en onervaren, in feite de zaak van zijn vader overnemen. Blijkbaar was die daar zelf niet meer toe in staat.
Kort daarna, in 1905, verhuisde het gezin naar Haarlem, waar mr. Coenraad Elias Harbord op 23 nov. 1906 overleed, † 53 jaar oud.
Het Nieuws van den Dag, 27 november 1906

Coenraad Willem trouwde op 6 nov. 1907 in Nijmegen met Anna Maria Bouber, geb. Amsterdam, 16 aug. 1880.
Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 6 november 1907
Zij kregen twee dochters, Josephine Bernhardine Adriana Harbord, Haarlem, 16 maart 1909 (akte), Koninginneweg 22 (StreetView)
Het Nieuws van den Dag, 18 maart 1909 – beroep vader: adjunct directeur
en
Anna Maria Alida Harbord, Haarlem, 15 februari 1910 (akte), zelfde adres.

Rotterdamsch nieuwsblad, 17 februari 1910 – beroep vader: assuradeur

Zijn moeder, de wed. Josephine Bernhardine Harbord–Böhle, overleed in Haarlem op 28 juni 1914, † 58 jaar (akte), adres Jansweg 41 (StreetView).

Haar dochter Adriana Harbord trouwde op haar dertigste, op 24 juni 1920 (akte), met een inspecteur van de gem. gasfabriek te Amsterdam, P.A. Zwaanswijk, waarbij is aangetekend, dat dit huwelijk na WO II, in 1947, werd ontbonden. Sinds 8 december 1930 was overigens al een scheiding van tafel en bed van kracht.
Staatscourant, 20 december 1930

Over Bernard Elias is opvallend weinig persoonlijks te vinden, alleen enkele officiële gegevens. Ik vond een zg. Eerste Huwelijksafkondiging in Den Haag op zondag, 28 maart 1909, van hem en A. Hulsman. Het huwelijk zelf zal zo'n twee weken later voltrokken zijn, maar gegevens daarvan ontbreken.
Dan is er in het Haags gem. archief een kaart, waaruit blijkt dat er uit dit huwelijk op 23 juli 1914 in Amsterdam een zoon geboren werd, Bernard Emile. Dat was dus nog geen maand na het overlijden van zijn oma, wier nalatenschap overigens kort na haar dood failliet verklaard was (7 juli 1914).
Staatscourant, 27 augustus 1914
Dit faillissement eindigde in mei 1916 door het verbindend worden der uitdelingslijst.
Staatscourant, 17 mei 1916

Vervolgens vond ik in de Staatscourant van 1 nov. 1920, dat B.E. Harbord, in Den Haag tot dan toe op tijdelijke basis werkzaam bij de postchèque- & girodienst, daar per 27 okt. 1920 is benoemd tot schrijver op jaarloon. Hij was er dus niet in geslaagd het assurantie- en hypotheekbedrijf van zijn vader met succes voort te zetten, wat ook het faillissement van zijn moeders nalatenschap zou kunnen verklaren.
Daarna worden hij en zijn vrouw nergens meer vermeld tot zijn dood op 3 nov. 1940 in Den Haag, † 56 jaar oud.
Haagsche courant, 5 november 1940
Hij was toen al weduwnaar en kwam, zoals blijkt uit een door zijn zoon geplaatste rouwadvertentie, om het leven door een noodlottig ongeval. Wát voor ongeval, kon ik niet achterhalen.
Haagsche courant, 5 november 1940

Zijn oudere broer, Coenraad Willem Harbord, lijkt het bijna net zo te zijn vergaan, ook hij werd ambtenaar. Rond en na 1930 woonde hij met zijn gezin in Utrecht en het bank- en verzekeringsbedrijf had hij vaarwel gezegd. Volgens de huwelijksakte van zijn oudste dochter (1934, zie hieronder) was hij toen in Utrecht werkzaam als ambtenaar ter secretarie / schrijver.
Hij en zijn vrouw overleden vrij kort na elkaar, Anna Maria Bouber op 26 november 1936 (uittreksel) en (akte), † 56 jaar.
Coenraad Willem verwachtte toen blijkbaar nog een nieuw leven te kunnen beginnen. Op 2 februari 1938 trouwde hij (57) met de Utrechtse Richarda Jacoba Alfrink (44), (uittreksel) en (huwelijksakte), maar hun huwelijk duurde niet veel langer dan een maand. Op 10 maart 1938 werd de bruidegom dood aangetroffen (uittreksel) en (akte). De aangifte van overlijden werd dezelfde dag nog gedaan door een rechercheur van politie. Adres van de overledene: Donkere Gaard 8 bis, Utrecht (StreetView), een mooi plekje.
Utrechts volksblad, 12 maart 1938

De jongste dochter, A.M.A. Harbord, slaagde in 1930 te Amsterdam voor het examen 'Nuttige Handwerken' en zal een carrière als handwerkjuf gevolgd hebben,
de Telegraaf, 22 juli 1930
tot zij eind april 1939 in Utrecht trouwde met Hermanus A. Gresnigt (geb. Utrecht, 19 nov. 1913), Menno van Coehoornstraat 2 bis (StreetView).
Utrechts volksblad, sociaal-democratisch dagblad, 28 april 1939
Op 21 aug. 1942 kreeg zij een zoon, die naar haar vader genoemd werd, Coenraad Willem, wat doet veronderstellen, dat hij al haar tweede zoon moet zijn geweest.
Utrechtsche courant, 22 augustus 1942
Zij overleed in Utrecht op 1 december 1995, † 85 jr. (bron)

Haar een jaar oudere zuster, J.B.A. Harbord, trouwde op haar 25e, op 23 mei 1934, in Utrecht met Frans Joseph Mathieu Vernooij (31), postambtenaar, geb. te Sittard en wonende te Breda (uittreksel) en (akte).
Aan het eind van WO II woonden zij in Hengelo (Ov.), waar in februari 1945 een dochter geboren werd, Hendrika Anna Josephine.

Twentsch nieuwsblad, 22 februari 1945
Later moeten ze naar Limburg verhuisd zijn. Zij overleed daar in het voormalige dorp Heer, nu een wijk van Maastricht-Zuid, medio juli 1971, † 63 jaar oud, adres: Gerard Walraven-straat 88A. Haar man bleef als weduwnaar achter.
Limburgsch dagblad, 16 juli 1971

____________
º) A.F.C. Ajax
Op de website van 'Vrienden van de Watergraafsmeer' vinden we een korte impressie van de beginjaren van de club, opgericht op 18 januari 1895.
Aanvankelijk werd er gespeeld "op een stuk grond bij de Oranje-Nassaulaan en het Vondelpark, met de corner-vlag op straat. Vergaderd werd er
bij de oude heer Bernard (een van de oprichters) met een wasmand als vergadertafel. In 1897 schreef men de club in voor de 2e klasse van de A.V.B. (Amsterdamsche Voetbal Bond) en op 10 okt. 1909 kregen ze een veld toegewezen in 'de Meer', op een terrein achter boerderij 'Goed Genoeg' ter hoogte van de huidige Fraunhoferstraat." (kaart)
Voor "... bij de oude heer Bernard ..." moet denk ik gelezen worden: "... bij de oude heer
van Bernard ...", nl. Bernards vader, Mr. C.E. Harbord.

Een terugblik op 50 jaar Ajax en speciaal de beginjaren in Nieuwer-Amstel en daarna.
De Tijd, 11 maart 1950

•) Frans Pasteuning
Eén van de zonen van B.C.H. Pasteuning, in 1876 de oprichter van de zaak in kruidenierswaren, die sinds 1894 gevestigd is op de hoek van de Willemsparkweg en de Alexander Boersstraat.
Frans werd geboren op 28 aug. 1883 (akte) en heette voluit
Franciscus Hendricus Pasteuning. Hij werkte als handelsreiziger en trouwde op zijn 33e met Wilhelmina J.B. Kammelaar, 25 jr (geb.akte), (huw.akte, 29 mrt 1917). In familiekringen werd Frans altijd aangeduid als 'de Ajaxied'. Hij overleed in Amsterdam op 13 maart 1950, 66 jr.
In 1915 werd de zaak van hun vader overgenomen door Frans' oudere broer Gerrit, opa van Otto Pasteuning. Otto stond tot ca. 2006 zelf in de zaak en in maart/april 2005 heeft hij de toonbankverkoop van ons boekje
'de kleine van Bree' met schwung gestimuleerd.
Hij is ooit begonnen met het verzamelen van oude documenten, foto's en verhalen over zijn familie en de zaak en over het ontstaan van de Concertgebouwbuurt. Hij heeft er drie boeken over geschreven en een klein voorbeeld van de geschiedenis – met foto's – is te vinden op de Pasteuning website.