Na lang wachten tot de prijzen zouden zakken, kocht ik – toch nog iets te vroeg – op 19 januari 1985 een C=ommodore 64 met voeding en een cassette recorder, samen voor het ronde bedrag van 999 gulden.
De originele Engelse handleiding was volgens de leverancier uitsluitend geschikt om meteen in de prullebak te gooien.
Er waren veel klachten over de kwaliteit van de C=64’s, omdat de fabrikant ze niet langer testte, als ze van de lopende band kwamen. Ze werden ingepakt en afgevoerd. Ze gingen als warme broodjes over de toonbank en als ze stuk gingen, dan was dat jammer.
Als om zijn woorden te onderstrepen, doemden er twee nieuwe klanten op met allebei een C=64 onder de arm, die duidelijk op ‘tilt’ waren. Terugkrabbelen kon echter niet meer, ook omdat ik in gezelschap was van mijn zoon en dochter, die al vanaf Sinterklaas om een computer hadden gezeurd. Zelf had ik ‘bewust’ voor een Commodore gekozen en niet voor een Atari of BBC Acorn, wegens de aanwezigheid van een schier onuitputtelijk C=64 software circuit op mijn werk.
|