Het avontuur van Maelduin de zeevaarder

vrije bewerking van Alfred Lord Tennysons

“The voyage of Maeldune”

h e k s e n

En we kwamen langs het Eiland der Heksen
En we hoorden hun zang'rige roep:
- Kom hierheen! O, kom toch! Kom bij ons -
Helder weerklinken onder het stormachtig rood
Van de hemel.

De Dageraad gleed hun betoovrende lijven langs
Met vingers van schaduw en vlammen,
Want hoog stonden zij daar, de wilde heksen,
Naakt als de hemel zelf,
Op elke kaap een.
En als witte zeevogels op een rij op de rotsen
Waren er wel honderd bijeen.
En nog eens een honderdtal liep er
Statig te pronken langs het strand,
Of dartelde tussen wrakken van schepen,
Half verzonken in het zand.
En nog honderd andere
Plonsden omlaag van de rotsen en randen
En waadden recht op ons af,
Haar borsten in het rondspattend schuim
Van de branding verleidelijk glanzend.
Maar omwille van die vrouwen,
We hadden elkander vermoord !
Ik wist 't en wendde de steven
En we dreven voort ...

vorige volgende

Publicatie, 8 augustus 1998   -   Restyling, 7 november 2000
Ronald Langereis, 2009 © 27 augustus 1976